bron: http://members.lycos.nl/muswarkumserfskip/id120.htm
vroedsman (1731-1755), "heeft een winkeltie", landbouwer (bouwboer), uitpeerder, de klok van Workum wegens overlijden geluid op 17-05-1755. Op 19-06-1787 luidt de klok voor "de Weduwe van Fokke Gerkes Hofman".
In het doopboek is geen doopdatum te vinden. Zijn geboortejaar is 1701 volgens akte d.d. 19-04-1719 authorisatieboek: Bij zijn overlijden laat Gerke Fockes vier minderjarige kinderen uit zijn eerste huwelijk met S
ja van alle die sijn diensten nodig mogen hebben, in gereedheid te houden vier goede en bequame peerden, om effectieve diensten te kunnen doen en daar benevens ten minsten drie lijnen sterk en goed, in de lengte hebbende van 75 vademen.'
Artikel 2 vermeldt dat 'de veerman en ook de buitenbeurtman met levendig veel beladen sijnde en dat voor elk schip twee peerden zal moeten staan dog wanneer vier benodigt zijn zal sulks ook moeten doen'.
Zoals blijkt uit artikel 3 moest de uitpeerder altijd klaar staan: 'Dat dese uitpeerder altijd paraat sal moeten zijn en op ieder veermans uur twee peerden met aangestoken lijnen bij sijn huis klaar en gereed moeten hebben staan om op de eerste ordre sijn peerden daer voor aanslaan, ook op de veerman van Amsterdam komende en tot dat einde op 't Soolsend gereed en present met ses peerden en lijnen.
En zo volgen nog zes artikelen. De verdiensten bedroegen 7 stuivers per schip.
[Van Fri
Fokke Gerkes Hofman woonde in een huis met vier schoorstenen, tegenover de sluis aan de dijk, dat later 't Oud Jagershuis werd genoemd. Na zijn overlijden verkocht zijn weduwe het huis aan Johannes Piebes, huistimmerman.
Workum, dopen, doopjaar 1735
Dopeling: Garke
Gedoopt op 5 oktober 1735 in Workum
Zoon van Fokke Gerkes Hofman, vroedsman en niet genoemde moeder
Uitbater
Bij zuidwestenwind was vanuit Workum geen schip in staat op eigen kracht de Zuiderzee te bereiken. De schepen werden 'an Jager het Sool uit gejaagd'. Deze dienstverlening werd op 17 oktober 1753 door de stadsregering in een streng reglement vastgelegd.
In artikel 1 staat: 'Dat den uitpeerder Fokke Gerkes Hoffman en die hem hierna maals mogen succederen, gehouden sal zijn om altoos ten dienste so van de beurtschippers van hier op Amsterdam of vica versa varende als van andere schippers