Bennebroek den 3 meij 1747.
Aan de Weled.Heer van Bennebroek
Wij burgers versoeken vrindelijk konsent
van Uwe Ed.Heer van Bennebroek
om ter eeren van den Weled.Heer
van Bennebroek en sijn Hoogheit
den prinse van oranijen op de heereweg
over de laen te moogen stellen een
booge gevlogte en daer onder gehangen
een kroon en het geen verder daer
toe vereist;verwagtende hierop
konsent en blijve Weled.Heer
uwweled.dienaer
Leendert van Ceulen
Door order
Fiat het versogts
H.D.Bruijn
verzoek verlagen schutting
5 mei 1755.
Requeste aan den Weledele Heer Willem de Bruijn Heer van bennebroek.
Geevt met schuldige eerbiet te kennen Marinus van Drunen Predikant in uweledele Heerlijkheijt, hoe hij Supplieert tot sijner bewooning gesien heevt dat Leendert van Keulen mijn Over buurman en Hospes in de Swarten hond, sig niet omsien heevt het deze een aangenaamste gesigt den Pasorie, siende over de Bennebroeker laan, op ongepermitteerde wijse te betimmeren, met een schut te setten over de voorkamer van gemelden pastorie bij en halver wegen de Linden Boom van u weled: laat; en des verder als hij van Keulen vermag. Sou ik, dat hij suppliant sig in deze overmoedig wend tot u weled. Om na genoemde inspectie en informatie gemelde mijn over buurman Leendert van Keulen, te laten aanlegen, het gemelde schut op de hoogte soo als het te voren geweest is van doen verklijnen.
�t Welk doen de Weledelen Heer U Weledeleen verpligten Dienaar.
Marinus van Drunen
V.D.M. te Bennebroek
De Zwarte Hond nu
Scannen 0013.pdf Afzien erfenis herberg vader Leendert ten gunste van Pieter van Keulen door Anthony van Keulen
Bij den mutuelen testamente van wijlen mijn vader en moeder op den 10 july 1772 voor den notaris Willem Jacobus Sennepart en getuijgen Alhier te Lisse gepassseert door ondergeteekende gemaakt en de besproken zijnde een gelijk regt met mijne broeder Anthony van Keulen, Op de herberg de Witte Zwaan cum annexis Alhier te Lisse Staande ende geleegen hebbe ik ondergeteekende uijt bysonderen consideratie voor mijnen opgemelde broeder en de ten behoeve en in faveure van hem Wel Willen Desisteren, van voorgemelde Keuze of regt aan mij bij bovengemelde dispositie testamentair besproken. Zo als ik ben Doende bij deezen ten Welken zijnde en op dat daar van ten allen tijde zonder kunnen blijken Deeze met mijne naamteeckening bekragtid hebben in Lisse den 8 December 1786
De geleerde oude man nu
Uit heerlijkheden no 116 april 2003 op site hv-hb.nl
Midden 18e eeuw deed zich iets opvallends voor. De toen erg bekende en gewaardeerde schepen Leendert van Keulen werd in 1750 hospes van de herberg De Geleerde Man aan de Rijksstraatweg. Zijn invloed op het College van Schout en schepenen was blijkbaar zo groot, dat het Regthuis, de Regtkamer, werd verplaats naar De Geleerde Man. Een kwestie van vriendjespolitiek, zeggen we nu.
De adreswijziging duurde echter niet lang. Leendert van Keulen kocht in 1754 De Swarte Hondt en ging die herberg exploiteren. Voor schout en schepenen aanleiding om weer te verhuizen en wel terug naar De Swarte Hondt. Deze situatie duurde geruime tijd voort. De zoon Jan van Keulen, die een aantal jaren de functie van hospes van zijn vader Leendert had over genomen, noemde de herberg een tijd lang Het Wapen van Bennebroek. Pas toen er ernstige onenigheid ontstond over de huurprijs van de Regtkamer, dat was eind 1853, werd het huurcontract met De Swarte Hondt verbroken. De toenmalige hospes Jan van Donselaar, had al geruime tijd aangedrongen op verhoging van de huur voor de Regtkamer. Toen het gemeentebestuur slechts zeer ten dele aan zijn eis wilde voldoen, weigerde hij in december 1853 het huurcontract per 1 januari 1854 te verlengen. Het bestuur van de gemeente kwam toen
met onmiddellijke ingang als 't ware op straat te staan. Gelukkig stelde A de Breuk, die de kleine buitenplaats Bagatelle bewoonde, een kamer ter beschikking. De zetel van de gemeente zou daar kunnen blijven tot een meer definitieve huisvesting zou zijn gevonden.