1819 Dokkum, notaris G. W. Posthuma
Boedelscheiding
- Rinze Sapes Kooistra te Birdaard
- Fokke Sapes Kooistra te Birdaard
- Ybeltje Sapes Kooistra te Birdaard
- Jetze Sapes Kooistra te Ferwerd
- Jacob Sapes Kooistra te Roodkerk
Bron:
Toegangsnr. : 26
Inventarisnr.: 27012
Repertoirenr.: 39 d.d. 17 februari 1819
Laatste update: 10-9-2008
1818 Leeuwarden, notaris J.D. Hanekamp van Harinxma
Boedelscheiding
- Jacob Sapes Kooistra, huisman te Hallum, weduwnaar van Fogeltje Hendriks
Kooistra als vader van en voogd over Rinske Jacobs Kooistra
- Pieter Johannes Hellinga, huisman te Oudkerk als toeziend voogd
- Pieter Hendriks Hellinga, huisman te Roodkerk, kind van wijlen Hendrik
Pieters Hellinga
- Ymkje Hendriks Hellinga te Birdaard, kind van wijlen Hendrik Pieters
Hellinga, gehuwd met Egbert Pieters Prins
- Marten Hendriks Hellinga, huisman te Birdaard, kind van wijlen Hendrik
Pieters Hellinga
- Neeltje Hendriks Hellinga te Oudkerk, kind van wijlen Hendrik Pieters
Hellinga, gehuwd met Pieter Johannes Hellinga
Bron:
Toegangsnr. : 26
Inventarisnr.: 79010
Repertoirenr.: 51 d.d. 9 april 1818
Laatste update: 1-2-2005
Kantoor Dokkum, overl. jaar 1847
Overledene : Jacob Sapes Kooistra
Overleden op: 8 april 1847
Wonende te : Rinsumageest
Tekst:
64 jr; landbouwer; geboren Birdaard; man van Sjoukje Harmens Rintjema; vader
van Harmen, landbouwer, wijlen Rinske (vrouw van wijlen Jan Sybrens Douma, in
leven te Birdaard; moeder van minderjarige Fokeltje, Sybren en Geeske Jans
Douma: voogd is oom Harmen Jacobs Kooistra) en Sape Jacobs Kooistra, landbouwer.
Er behoorde onroerend goed tot de nalatenschap
Bron:
Memories van successie 1818-1927
Toegangsnr. : 42
Inventarisnr. : 3045
Dagregisternr.: 575
Op microfilm nr. 59 raadpleegbaar op de studiezaal van Tresoar
Huwelijksakte Ferwerderadeel (mairie Hallum), 1816
Man : Jacob Sapes Kooistra, oud 33 jaar, landbouwer, geboren te Rinsumageest,
gemeente Dantumadeel
Ouders: Sape Rinses Kooistra en Rinske Jitzes Spar
Vrouw : Sjoukje Harmens Rintjema, oud 36 jaar, geboren te Rinsumageest,
gemeente Dantumadeel
Ouders: Harmen Tjerks en Ytje Johannes Halbesma
Datum : 1 juni 1816, akte nr. 6
Bron: www. walmar.nl
De derde dochter, Sjoukje Harmens, trouwde in 1815 met Jacob Sapes Kooistra (1782-1847). Jacob was een rondtrekkend landbouwer en kooiker die achtereenvolgens te Birdaard, Roodkerk, Hallum, Roodkerk en tenslotte Rinsumageest woont. Sjoukje Harmens blijkt op huwelijkse voorwaarden te zijn getrouwd. We hebben de acte:
Voor Gerrit R. Voormeulen openbaar notaris residerende te Rinsmageest in het Canton Bergum, Arrondisement Leeuwarden, Provincie Vriesland en in tegenwoordigheid van nagenoemde en mede ondergeteekende getuigen compareerden Jacob Sapes Kooistra Landbouwer wonende onder Hallum, weduwnaar Fokeltje Hendriks, meerderjarige zoon van Sape Rinses Kooistra landbouwer wonende te Birdaard en van wijlen Rinske Jitses Spar ter eenre, en Sjoukje Harmens Rintjema zonder bedrijf, meerderjarige dochter van wijlen Harmen Tjerks Rintjema en van Ytje Johannes Halbesma thans hertrouwd aan Jan Jacobs Viersen landbouwer onder Rinsumageest bij welke zij inwoont, ter andere zijde.
Dewelken uit hoofde van het voorgenomen huwelijk tusschen Jacob Sapes Kooistra en Sjoukje Harmens Rintjema, hetwelk binnenkort zal voltrokken worden, hebben bepaald, de bedingen en voorwaarden van hun toekomstig huwelijk zoo als hierna volgt: - Er zal gemeenschap van goederen tusschen de aanstaande Echtgenooten plaats hebben, en die gemeenschap zal bestuurd worden volgens de grondbeginsels van de gemeenschap uit krachte van de wet, behoudens de wijzigingen, die hierna bij overeenkomst bepaald zullen worden. De vóór het huwelijk gemaakte schulden zullen betaald worden door degene die dezelve gemaakt heeft. De bruidegom brengt ten huwelijk aan de helft van een boerenhuizing en schure, hoving met bomen en platagie staande en gelegen onder Hallum en aldaar geqoteerd met N° 140; benevens de helft in een vogelkooi en de helft van ongeveer twintig pondematen land daarbij behoorende, zoodanig hetzelve bij hem wordt bewoond en gebruikt, als mede de helft in het boere reeuw en beslag en verdere roerende goederen getaxeerd op eene somma van vijfhonderd guldens.
En aan de zijde van de bruid wordt ten huwelijk ingebragt eene som van tweeduizend guldens. Het meerder bedragen van hun bovengemelde respectieve huwelijks goed benevens al het geen gedurende het voorschreven huwelijk aan de gemelde aanstaande Echtgenooten persoonlijk zal aankomen, zoo van roerende als onroerende goederen bij erfopvolgingen, giften, legaten als anderszins zal in hunne gemeenschap niet komen, maar zal zijn en blijven het eigendom van diegene der aanstaande Echtgenooten uit wiens hoofde de zelve goederen zullen aankomen en zal door hem of de zijnen bij ontbinding van de voorschreven gemeenschap worden teruggenomen.
De verloofden hebben verklaard, dat de langstlevende het genot der goederen zal hebben, welke de eerststervende zal komen na te laten. Gedaan en gepasseerd te Rinsumageest, ten kantore van den ondergetekenden Notaris, op den twee en twintigsten Mei achttienhonderd en zestien, in tegenwoordigheid van Gaele Pieters van der Schaaf, kuiper en Jan Jans Heegstra arbeider wondende te Rinsmageest als verzochte getuigen. En hebben de Comparanten en de getuigen benevens de Notaris na duidelijke voorlezing deze acte geteekend.